Valideringsachterstand TNO Expertisecentrum zwaar werk
Publicatiedatum: 10 november 2025
Dit jaar wordt steeds meer bekend rond het 2024-akkoord over de zwaar werkregeling. Een van de inmiddels bekende opdrachten aan sociale partners is om duidelijk te objectiveren wanneer sprake is van zwaar werk. Sociale partners dienen cao-afspraken hieromtrent vervolgens voor te leggen aan het Expertisecentrum zwaar werk van TNO. De Stichting van de Arbeid heeft nu openbaar gemaakt wat feitelijk al bekend was: de afhandeling van de validering door het Expertisecentrum loopt vertraging op. Er is geen sprake van een showstopper, maar handig en verrassend is de vertraging niet.
In de brief van de Stichting van de Arbeid worden drie aspecten benoemd die gezien de eerdere publicaties in 2025 mijns inziens voor zich spreken, maar kennelijk voor gewenst comfort moeten zorgen bij decentrale sociale partners:
- Regelingen (gebaseerd op de RVU-drempelvrijstelling) die ingaan vanaf 2026 zijn mogelijk, ook als het valideringstraject bij het Expertisecentrum nog niet is afgerond.
- Het valideringstraject moet wel worden ingezet of worden voortgezet.
- Cao-partijen hebben (nog steeds) de opdracht om ervoor te zorgen dat de doelgroep voor de RVU-regeling duidelijk afgebakend tot en onderbouwd is voor werknemers met zwaar werk en dat de RVU-afspraken gekoppeld zijn aan extra inzet op duurzame inzetbaarheid.
Er wordt in de brief van de StvdA geen reden genoemd voor de vertraging, maar ik kan hier wel een voorstelling bij maken. Er zullen worden waarschijnlijk vele verzoeken worden ingediend, het is (ook voor specialisten) complexe materie, mogelijk is het Expertisecentrum (nog) onderbezet, er is geen eenduidigheid over wat zwaar werk is, er zijn uiteenlopende sectoren met uiteenlopend werk, de criteria van TNO zijn niet uitputtend en deze zijn niet eerder breed toegepast in Nederland. De vraag komt ook op of sociale partners en overheid dit onderschat hebben of hier juist rekening mee hebben gehouden?
Hoe dan ook. Wat de StvdA ook benadrukt in haar brief – en hier sluit ik me bij aan – is dat decentrale sociale partners rekening moeten houden met de signaalwaarde van 15.000 keer de RVU-drempelvrijstelling per jaar. Decentrale sociale partners doen er goed aan terughoudend te zijn met zwaar werk regelingen op basis van de RVU-drempelvrijstelling. Doen zij dat niet dan schieten ze zichzelf daarmee in de voet. De overheid kan immers beslissen de RVU-drempelvrijstelling te verlagen of af te schaffen.


