Uiterste transitiedatum pensioenstelsel blijft 1 januari 2028; derde voortgangsrapportage regeringscommissaris
Publicatiedatum: 7 juli 2025
De regeringscommissaris transitie pensioenen brengt tweemaal per jaar een regulier advies uit aan de verantwoordelijke bewindspersoon. Op 19 juni 2025 is het derde advies verschenen. Dit is gebaseerd op gegevens tot en met 30 mei 2025 en combineert kwantitatieve monitoringsinformatie van onder meer DNB, AFM en het ministerie van SZW met kwalitatieve inzichten uit gesprekken met stakeholders in de pensioensector. Korte samenvatting: er worden vorderingen gemaakt, de druk staat er op en uitstel is onwenselijk.
Transitiedata schuiven op
Er is een duidelijke verschuiving zichtbaar in de geplande transitiedata van pensioenfondsen. Voor het eerst is het aantal fondsen dat de transitie voorziet op 1 januari 2027 groter dan op 1 januari 2026. Een toenemend aantal fondsen plant de transitie in de tweede helft van 2027 of op 1 januari 2028. De verwachting is nog steeds dat meer dan de helft van de deelnemers op 1 januari 2026 is overgestapt, hetgeen impliceert dat met name kleinere fondsen hun transitiemoment hebben uitgesteld.
Verzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI’s) dienen nog ongeveer 50.000 uitvoeringsovereenkomsten om te zetten. Bij verzekeraars concentreert een aanzienlijk deel van de omzettingen zich op het laatste transitiemoment (1 januari 2028), hetgeen risico’s met zich meebrengt ten aanzien van uitvoeringscapaciteit en fiscale naleving. Bij PPI’s lijkt de spreiding over de jaren evenwichtiger.
Waarom vindt er uitstel plaats?
Werkgevers stellen omzettingen uit om uiteenlopende redenen: financiële motieven, organisatorische herstructureringen, sectorale afwachtendheid en politieke onzekerheid. Dit zal leiden tot een piekbelasting aan het einde van de transitieperiode. De regeringscommissaris wijst op het risico dat bij uitstel onvoldoende capaciteit beschikbaar is bij uitvoerders en adviseurs, met als gevolg het ontbreken van een geldige pensioenregeling per 2028, met alle gevaren van dien.
Algemene indruk en vooruitblik
De transitie vordert gestaag. Vrijwel alle transitieplannen van pensioenfondsen zijn gereed. De samenwerking in de keten is goed, ondanks de hoge werkdruk. Wel schuiven sommige fondsen hun transitiemoment op vanwege vertraging in beoordeling door toezichthouders of uitvoeringsgereedheid. De spreiding van transitiemomenten over het jaar (naast 1 januari ook 1 april, 1 juli en 1 oktober) wordt aangemoedigd.
De druk blijft hoog, vooral richting 1 januari 2026, wanneer ook grote fondsen overgaan. De opgedane ervaringen van koplopers worden breed gedeeld. Bij verzekerde regelingen is het tempo van omzettingen nog onvoldoende, maar de sector acht 2028 haalbaar, mits in het najaar van 2025 wordt gestart met omzettingstrajecten voor 2027. Er is binnen de pensioensector zelf weinig draagvlak voor uitstel van de uiterste transitiedatum.
Conclusie
De regeringscommissaris ziet op basis van de huidige informatie en gesprekken geen aanleiding om de uiterste transitiedatum van 1 januari 2028 te heroverwegen. In de volgende rapportage zal opnieuw een oordeel worden gegeven over de haalbaarheid van deze datum.