Geen arbeidskorting bij RVU-uitkeringen
Publicatiedatum: 8 augustus 2025
Recentelijk heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan over de vraag of gebruik mag worden gemaakt van de arbeidskorting indien RVU-uitkeringen worden ontvangen. Volgens de belastinginspecteur mag dit niet. De rechtbank geeft de belastinginspecteur daarin gelijk.
Op 3 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant geoordeeld dat op RVU-uitkeringen geen arbeidskorting mag worden toegepast. De zaak betrof een voormalig politieman die van zijn oud-werkgever een RVU-uitkering ontving ter overbrugging tot zijn AOW-leeftijd. In zijn belastingaangifte merkte hij deze uitkeringen aan als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking en claimde de arbeidskorting.
De Belastingdienst wees toepassing van de arbeidskorting af en kwalificeerde de uitkeringen als loon uit vroegere dienstbetrekking, waarop geen arbeidskorting van toepassing is. De rechtbank volgde dit standpunt: er was geen sprake van feitelijke arbeid en de uitkeringen waren door de werkgever ook als vervroegde uittreding aangemerkt, zonder toepassing van arbeidskorting.
Deze uitspraak bevestigt dat RVU-uitkeringen doorgaans niet kwalificeren als loon uit tegenwoordige arbeid. Slechts in uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld bij een verplichting tot beschikbaarheid voor werk, zou dit anders kunnen zijn. In de meeste gevallen geldt echter de groene tabel en vervalt het recht op arbeidskorting.
Deze uitspraak is relevant voor werkgevers en werknemers die betrokken zijn bij regelingen voor vervroegde uittreding, zoals het generatiepact of seniorenregelingen. Voor meer informatie zie ook de Checklist RVU-heffing 52% en Diverse RVU-actualiteiten.
Ten slotte nog iets dat niet in deze rechtszaak aan de orde kwam, maar waar we in de praktijk vaak vragen over krijgen: pensioenopbouw tijdens een RVU-uitkering. In lijn met deze uitspraak, is pensioenopbouw tijdens een RVU-uitkering niet mogelijk. Er is geen sprake meer van een actieve dienstbetrekking hetgeen een vereiste is voor pensioenopbouw. Een gedeeltelijke uitzondering op dit principe is de generatiepactregeling, waarbij het expliciet is toegestaan minder te werken en over een hoger salaris pensioen op te bouwen.