'100.000-grens wordt' 101.519-grens

Uit vragen en antwoorden van de Belastingdienst wordt duidelijk dat het maximale pensioengevende salaris voor fiscale doeleinden per 1 januari 2016 gesteld wordt op of rond € 101.519. Het bedrag moet nog definitief worden vastgesteld bij ministeriële regeling. Dit betekent een verruiming van de grondslag voor het tweedepijlerpensioen maar ook een verkrapping van de grondslag voor netto pensioen en netto lijfrente. De wijziging van de grens kan ook gevolgen hebben voor compensatieregelingen. Met andere woorden: zaak om na te gaan of een en ander correct verwerkt is in de diverse reglementen, contracten, handboeken en in de pensioen- en loonadministratie.

De verhoging van de € 100.000-grens is niet gebaseerd op een wetswijzing maar is ingebed in de wetssystematiek en gebaseerd op de verhoging van het contractloonontwikkelingsfactor. De grens zal in beginsel jaarlijks stijgen. Het is afhankelijk van de pensioenovereenkomst c.q. pensioenregeling of de stijging van de fiscale grens doorwerkt in de arbeidsvoorwaarden.

De minimale AOW-franchise voor middelloon en beschikbarepremieregelingen stijgt per 1 januari 2016 naar € 12.953 (voorlopig cijfer) zodat de maximale pensioengrondslag waarover pensioen kan worden verworven € 88.566 wordt. In netto pensioenregelingen en netto lijfrenteregelingen kan over inkomen boven € 101.519 kapitaal worden opgebouwd. De stijgingen werken niet alleen door voor de oudedagsvoorzieningen maar ook voor in de loon- en inkomstenbelasting gefaciliteerde risicovoorzieningen.

Als er een compensatieregeling is gedefinieerd door de werkgever wegens de aftopping van het pensioengevend salaris, dan daalt - afhankelijk van de gemaakte afspraken - de brutocompensatie. Salarisstijgingen zullen in het algemeen per 1 januari leiden tot hogere compensatiebedragen.

De stijging tot € 101.519 is een goede aanleiding om een audit uit te voeren op de bedragen, uitvoering en vasthechting van toekomstige wijzigingen van de € 100.000-grens. Daarbij is het aan te raden na te gaan wat de effecten zouden zijn van de reeds gemaakte afspraken als de geïndexeerde grens van een ton zou dalen tot een bedrag van bijvoorbeeld € 65.000. Vanzelfsprekend is hiervoor een wetswijzing nodig, waarvan de vraag eerder is wanneer deze zal komen dan of deze zich zal voordoen. Ik verwijs naar de actualiteit van 20 oktober 2015.

17 december 2015

Auteur(s) en meer informatie: